Instructies voor leerlingen

Instructies die de toetsbegeleider geeft voordat de toets wordt gestart.

Als de leerlingen zijn ingelogd en wachten op het vrijgeven van de toets, neem je de volgende punten met de leerlingen door. Je kunt de instructie ook (aangepast) voor de leerlingen afdrukken zodat ze het bij de hand hebben tijdens de toets.

  • Leg uit wat de Proeftoets betekent en wat ze hiervan kunnen verwachten. Het maken van de proeftoets is een goede oefening voor het maken van de eindtoets. Het zijn dezelfde soort vragen en ook het afnameprogramma is hetzelfde. De Proeftoets is niet adaptief waardoor de vragen voor sommige leerlingen moeilijk kunnen zijn.

  • De Proeftoets bestaat uit dezelfde onderdelen als de eindtoets: taal en rekenen.

  • Begin met de melding "Vandaag maken jullie het eerste/tweede van de toets* Daar heb je twee uur de tijd voor. We stoppen om* (tijdstip)"

  • Leg uit dat, als de toets start, de leerlingen als eerste een uitleg op hun scherm krijgen. Bijvoorbeeld hoe je een antwoord kunt verbeteren en hoe je een vraag kunt overslaan. Ieder toetsonderdeel begint met een instructie. Hierin staat onder andere welke soort vragen je krijgt en uit hoeveel vragen het onderdeel bestaat.

  • Er is geen tijdslimiet. De leerlingen mogen net zolang over een opgave doen als nodig. Het is echter wel belangrijk om door te werken.

  • Pen of potlood, liniaal en kladpapier mogen tijdens de toets worden gebruikt. Een rekenmachine niet. De leerkracht mag vragen beantwoorden als een leerling niet weet wat hij moet doen of bij een technisch probleem.

  • Voordat je start, moet er een mogelijkheid zijn voor een toiletbezoek. Een korte pauze kun je het beste inlassen als de leerling bij het beginscherm van een nieuw onderdeel is.

  • Vertel de leerlingen wat ze moeten doen als ze klaar zijn met het maken van de toets.

Na de instructie geef je via de AMN Portal de toetsen vrij.

De toets start

Last updated